Als we inhoudelijk ergens over in gesprek zijn, denken we vaak dat we op dit cognitieve niveau luisteren. Toch komen er (bij jezelf of bij de ander) geregeld emoties langs. Dan weet je al, oh er is nog ergens een belang waar aandacht voor nodig is. Dan is empathisch of selectief luisteren meer op zijn plaats. En ook al zijn we op dit cognitieve niveau aan het luisteren, ook dan kan er onbegrip ontstaan door de ruis van ons oordeel.
Het luisteren op het cognitieve niveau is erop gericht om argumenten voor jullie doelen af te stemmen. Ook op dit luisterniveau kom je los van de ruis door te schakelen tussen drie gerichtheden. In gerichtheid op jezelf luister je naar jouw overtuigingen. In gerichtheid op de ander luister je naar inspiratie vanuit de ander. Als je merkt dat je in een argumentenstrijd raakt met de ander, is iets anders nodig. Om uit de argumentenstrijd te raken, kun je in gerichtheid op het grotere geheel oordeelloos luisteren.
Cognitief luisteren naar jezelf: OVERTUIGINGEN
Onze overtuigingen bepalen hoe we naar de wereld kijken. Ze kunnen ons verhinderen om te luisteren op cognitief niveau. De vraag is hoeveel flexibiliteit we hebben ten opzichte van onze overtuigingen. Als jouw overtuigingen tussen jou en de ander staan, vormen zij ruis op cognitief niveau.
Aangezien ego-delen verschillende doelstellingen kunnen hebben, kun je ook verschillende overtuigingen hebben met verschillende normen. In de training ‘luisteren’ laat ik de deelnemers vaak een oefening doen waarbij zij onbewust verschillende ego-delen inzetten in eenzelfde situatie. Achteraf zijn zij er dan verbaasd over dat zij hoewel zij een en dezelfde persoon zijn, soms toch zo verschillend tegen eenzelfde situatie aan kunnen kijken, afhankelijk van de overtuiging die ze daarbij mee laten spelen.
In onze maatschappij hechten we veel waarde aan gedachten en argumenten. Maar geen enkel argument kan de gehele waarheid omschrijven. Of de ene overtuiging waar is of de andere, is in die zin gewoon een kwestie van geloof. Het gaat niet zozeer om de vraag ‘Wat is waar?’, maar veeleer om de vraag ‘Wat geloof ik?’. Wat wil je geloven? Mensen die zeggen niet gelovig te zijn geloven toch ergens in. Ze geloven in hun overtuigingen. Geloof jij dat je jouw overtuigingen los kunt laten?
Cognitief luisteren naar de ander: INSPIRATIE
Cognitief luisteren richt zich in gerichtheid op de ander op het ontstaan van inspiratie. Die inspiratie kunnen we gebruiken om samen het beste resultaat te krijgen, gegeven onze overtuigingen. Je luistert dan vanuit de inspiratie om samen een gemeenschappelijk doel te formuleren. Vanuit een gemeenschappelijk perspectief komen we tot een gemeenschappelijk hoger doel.
Patricia Rourke kwam in haar veldonderzoek naar inspiratie op vier kenmerken:
- De bron van inspiratie werd steeds als van buiten komend gezien.
- De geïnspireerde persoon voelde zich steeds veranderd.
- De inspiratie-ervaring heeft een bewustzijnsverhogende kwaliteit.
- De inspiratie zet een intentionele stroom in gang.
De manier waarop je luistert bepaalt of je inspiratie kan ervaren. Inspiratie hangt samen met de openheid tot ervaring. Je moet niet teveel op jezelf gericht zijn. Je kunt de kans op inspiratie door een ander vergroten door je referentiekader los te laten, door nieuwsgierig te zijn. Je doet dan je best om je in de ander te verplaatsen. En je waardeert het wanneer iemand een alternatief denkbeeld inbrengt. Wanneer was jij voor het laatst geïnspireerd in een gesprek?
Cognitief luisteren naar het grotere geheel: OORDEELLOOSHEID
Cognitief luisteren richt zich in gerichtheid op het grotere geheel op het loskomen van de ruis van ons oordeel. Ons denken bestaat voor een groot deel uit oordelen. Overtuigingen leiden tot oordelen over een situatie. Ik vind er iets van. Ik ben het ermee eens. Ik ben het er niet mee eens. Dit oordelen doe je op basis van je overtuigingen, die de situatie toetsen aan een interne norm. Op basis van die norm vind je iets van de situatie.
Een mooie uitspraak vind ik de volgende: “Als je iets vindt, moet je dat naar de politie brengen.” Het lijkt soms alsof het bijna onmogelijk is om niet te oordelen. Toch zijn er wel een aantal hulpmiddelen om minder in het oordeel te staan. Twee voorbeelden.
Als je niet meer alles gelooft wat je denkt, dan stap je uit het denken en zie je dat je niet de denker bent. Je ziet dan dat jouw overtuiging slechts een projectie is van de werkelijkheid. Als je dat beseft, sta je vrijer tegenover dat waar je naar luistert.
Of stel dat je gedachten geprojecteerd worden op een wit scherm achter je en dat iedereen je gedachten zou kunnen lezen. Wat zou je dan denken? Wat een stomme schoenen heeft zij aan? Snappen die sukkels het nu nog steeds niet? Nee, die gedachten laat je dan achterwege. Ik heb dit experiment een paar weken uitgevoerd. Het werd erg stil in mijn hoofd.
Als je meer wilt lezen over cognitief luisteren of één van de andere luisterniveaus, kun je het boek “Leiderschap in luisteren” bestellen. Hier ga ik uitgebreid in op de achtergronden van de zeven luisterniveaus en hoe je daar in kunt groeien. Je kunt daarbij ook met praktische oefeningen aan de slag.
